Doorgangswoning, transitwoning of noodwoning

Indien u geconfronteerd wordt met huisvestingsproblemen, dan kan de dienst Welzijn mee helpen zoeken naar een passende oplossing.

Voorbeelden van huisvestingsproblematieken zijn:

• U wordt geconfronteerd met een gerechtelijke uithuiszetting.
• Uw woning is onbewoonbaar of ongeschikt verklaard.
• Huisbrand.
• Familiale conflicten.
• U bent dakloos.

U kunt terecht in een doorgangswoning als u geen woning meer hebt:

• omdat uw woning onbewoonbaar of ongeschikt verklaard is,
• naar aanleiding van een gerechtelijk bevel tot uitdrijving,
• naar aanleiding van familiale conflicten
• ten gevolge van een ramp zoals een brand of overstroming,
• omdat u dakloos bent
• …

• U neemt contact op met het OCMW.
• Een maatschappelijk werker heeft een gesprek met u om uw vraag of nood te begrijpen, en uw situatie te kunnen bekijken.
• Het OCMW bekijkt of men kan ingaan op uw vraag.
• Het is ook mogelijk dat er een andere vorm van dienstverlening aangeboden wordt.
• Als u de toestemming heeft gekregen om in de woning te gaan wonen, dan kan dat tijdelijk.
• Ondertussen wordt er, samen met u, gezocht naar een meer definitieve oplossing.

Breng bij het eerste contact met het OCMW uw identiteitskaart mee.

Het is ook mogelijk dat de maatschappelijk werker u nog bijkomende zaken vraagt.

Er kan een (beperkte) kostprijs gevraagd worden voor het betrekken van de woning.